Breng voor Jeruzalem vele gebeden,
bid dat de Heere de dageraad sticht.
Hij zal Jeruzalem vullen met vrede,
Hij schept in plaats van de duisternis licht.
Binnen Jeruzalems zachtgele muren,
glijden de uren in stilte voorbij.
Nog een moment, ’t zal niet langer meer duren
of het is licht, want de dag is nabij!
Nog brengen mensen de Heere hun bede,
nog klinkt hun roepstem. Tot Hij hen verhoort.
Dan is Jeruzalem stad van de vrede,
dan is bevestigd het heerlijke Woord!
Dan laat de Heere Zijn schepping herleven,
dan wordt er niet meer gedacht aan voorheen,
dan zal de Schepper een vreugdelied geven,
dan is er blijdschap in plaats van geween.
Breng voor Jeruzalem vele gebeden,
bid dat de Heere de dageraad sticht.
Hij zal Jeruzalem vullen met vrede,
Hij schept in plaats van de duisternis licht.
Daar bouwen mannen een huis om te wonen,
daar wordt een wijngaard vol druiven geplant.
God zal Jeruzalems arbeid belonen,
Hij laat hen eten de vrucht van het land.
Voordat zij roepen tot God, tot hun Heere,
hoort Hij hun stem van Zijn hemelse troon.
Daar zal de wolf met het ooilam verkeren,
daar eet een leeuw als een rund van het stro,
stof zal de slang tot in eeuwigheid eten;
zij doen geen kwaad meer, naar ’s Heeren bevel.
God zal Zijn woord en Zijn eed nooit vergeten,
houd daarom hoop op een spoedig herstel!
Heere, geeft U aan Jeruzalem vrede,
maak dat Jeruzalem is als haar naam.
Straks is het morgen, want U hoort gebeden,
neem dit gebed in de Vredevorst aan.
naar Jesaja 65
Internationale Herdenkingsdag van de Holocaust
27 januari