1. De HEERE Zelf regeert vol majesteit,
Hij is bekleed met macht en heerlijkheid,
omgord met kracht: nu staat de wereld vast.
Zij wankelt niet, zij wordt niet aangetast.
2. Vast staat Uw troon, bevestigd vóór de tijd.
Ja, U bestaat vanaf de eeuwigheid.
Rivieren heffen, HEERE, hun geluid,
hun branding heft zich boven alles uit.
3. Maar nog voornamer en nog meer in macht
dan heel veel zeeën, bruisend en vol kracht,
ja, hoger dan de zee die golven geeft
is toch de HEERE Die in hoogheid leeft.
4. Wat U getuigt, dat is onwankelbaar,
Uw woorden zijn ontzettend trouw en waar.
Hoe groot, o HEERE, is de heiligheid
die Uw huis sieren zal in eeuwigheid.