Psalm 47

1. Volken van elk land
klapt nu in de hand.
Juicht voor God, verblijd,
zingt vol vrolijkheid,
want de HEERE ziet
heel Zijn rijksgebied.
Ja, de Hoogste leidt:
Hij is Majesteit.
Groot, geducht is Hij,
Hij voert heerschappij.
Heel de aarde hoort
Zijn regeringswoord.

2. Volken zijn gebracht
onder onze macht.
Heersers zijn geveld.
Naties zijn gesteld
onder onze voet,
dit is wat Hij doet.
Hij, Die Koning is,
kiest een erfenis.
Ons wordt toebereid:
Jakobs heerlijkheid,
die Hij als Zijn kind
altijd heeft bemind.

3. God vaart voor ons oog
met gejuich omhoog.
Blij bazuingeklank
brengt de HEERE dank,
Die steeds hoger rijst.
Psalmzingt God en prijst.
Psalmzingt keer op keer.
Onze Vorst zij eer,
omdat God altijd
heel de aarde leidt.
Psalmzingt Hem en prijst,
leert en onderwijst.

4. Gods gezag omgeeft
ieder volk dat leeft.
God, Die alles leidt,
troont in heiligheid.
Vorsten, hooggeacht
zijn bijeengebracht
tot Gods eigen stam,
net als Abraham:
dit heeft God gewild,
Hij bezit elk schild.
Hij voert heerschappij,
uiterst hoog is Hij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

4 × 5 =