1. ‘Christus’ wordt als naam vermeld,
omdat de betekenis
van die naam ‘Gezalfde’ is.
Door de Vader aangesteld
met de Geest gezalfd, gewijd,
blijft Zijn ambt in eeuwigheid.
2. Hij is Leraar en Profeet,
Die Gods heilsplan openbaart
en aan ons Zijn wil verklaart.
Ook draagt Hij het priesterkleed,
Hij geeft ons getuigenis
dat Hij Hogepriester is.
3. Die Zichzelf geofferd heeft
en nu bij de Vader zit
en als Voorspraak voor ons bidt,
Die als Koning eeuwig leeft,
Hij leidt ons met Woord en Geest,
Hij beveiligt wie Hem vreest.
4. ‘Christen’ dat is nu mijn naam,
omdat ik de Christus ken
en een lidmaat van Hem ben,
ik neem Hem gelovig aan,
zo ben ik een deelgenoot
van Zijn zalving – God is groot!
5. Opdat ik Zijn Naam belijd
en mijzelf zolang ik leef
als een offer aan Hem geef
en de zonde steeds bestrijd,
opdat ik straks overal
eeuwig met Hem heersen zal.
Te zingen op de wijs van Psalm 75.