Psalm 29

Een psalm van David.

1. Geeft de HEERE eer en kracht,
machtig volk, geeft Hem de macht.
Roemt de glorie van Zijn Naam,
looft de HEERE, bidt Hem aan.
Knielt en buigt u voor de HEERE,
wilt Hem in Zijn woning eren,
in die plaats waar heerlijkheden
heel het heiligdom bekleden.

2. Op het water klinkt Zijn stem,
wolken, zeeën horen Hem,
want de God van roem en eer
zendt de donderslagen neer.
Op de vele waterbeken
is de HEERE, hoort Hem spreken.
Hoort, Zijn stem is sterk en krachtig,
heerlijk, koninklijk en machtig.

3. Hoort Zijn stem, de HEERE spreekt
als Hij cederbomen breekt,
ja, de HEERE werpt ze om,
zelfs die van de Libanon.
Bergen zijn niet te bedwingen
als een kalf laat Hij ze springen,
Libanon en Sirjon schudden
als de jonge stierenkudden.

3. Hoort Zijn machtig stemgeluid,
vuur en vlammen houwt Hij uit.
De woestijn beeft door Zijn stem,
Kades‘ leegte beeft door Hem.
Hij laat hinden jongen baren,
Hij zal ook het woud niet sparen,
maar daar in Zijn tempelwoning
loven allen deze Koning.

4. Want de HEERE heerst voorgoed,
Hij zat op de watervloed.
Ja, de HEERE heerst altijd,
Hij is Vorst in eeuwigheid.
Hij, de HEERE, Kracht en Leven,
zal Zijn volk weer sterkte geven.
Hij, de HEERE, hoort hun bede
en Hij zegent hen met vrede.

Geeft de HEERE de eer van Zijn Naam. Deze Naam HEERE (Jahweh) wordt in deze psalm wel achttien keer genoemd! Matthew Henry schrijft: ‘Geeft de Heere de erkenning van Zijn heerlijkheid en van Zijn heerschappij over ons. Geeft de HEERE in de eerste plaats uzelf en dan uw diensten.’

Ontbloot het woud: hetzij de bomen die Hij verbreekt of van bladeren beroofd, of de beesten die hij dwingt in hun holen te kruipen. God legt bloot de bedeksels van het wild gedierte van de woestijn, waarvan de schrik hen in hun holen jaagt. De dichter noemt de hinden, omdat die haar jongen met moeite werpt, Job 39: 4,5.
Patrick, Polus & Wells

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

1 × vier =