God had de mens een hof gegeven
om voor eeuwig in te leven,
maar de mens viel van God af.
Hemelhoog zijn onze zonden,
bloedig rood zijn onze wonden.
Wie bevrijdt ons van de straf?
Wie zal ons rechtvaardig noemen
en de grote schuld verzoenen?
Wie verlost ons uit het graf?
Ik kom. Ik zal de schuld betalen,
tot de hel toe nederdalen
en de rekening voldoen.
Door Mijn lijden en Mijn sterven
zal Ik vrijstelling verwerven,
Ik behaal de zegekroon.
Wie in Mij gelooft zal leven,
al zijn onrecht wordt vergeven.
Er is loon! – genadeloon.
Mooi!