De tien geboden

1. God sprak: Ik ben uw God en Heere,
Ik bracht u uit de slavernij,
dus zult u Mij alleen vereren
dien nooit een god in plaats van Mij.

2. Maak nooit een beeld om dat te eren,
Ik straf de ongerechtigheid;
maar wie vol liefde Mij vereren,
schenk Ik, uw God, barmhartigheid.

3. Misbruik de Naam niet van uw HEERE,
want wie Hem lastert met zijn stem
en Zijn Naam ijdel zal onteren,
zal niet onschuldig zijn voor Hem.

4. U zult de sabbatdag gedenken,
dan ligt uw werk en arbeid stil.
God wilde u een rustdag schenken,
dus vier die zoals Hij het wil.

5. U zult uw ouders eer betonen,
opdat uw leven wordt verlengd
en dat u in het land mag wonen
waarin uw HEERE God u brengt.

6. U zult niet doodslaan of u wreken,
eer God Die ons het leven geeft.
U zult het huwelijk niet breken,
steel niets van wat een ander heeft.

7. Wil met uw mond geen leugen leren
en spreek geen vals getuigenis.
U zult geen eigendom begeren
wanneer dat van uw naaste is.

8. O God laat ons Uw gunst ervaren,
maak ons gehoorzaam en bereid
om Uw geboden te bewaren,
Uw wet te doen uit dankbaarheid.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

3 × 2 =