De Vreemdeling en Zijn vriend

1. Ik zag een man van smart en pijn.
Hij wilde hulp en vroeg erom,
het klonk ootmoedig en zó klein
dat ik geen nee meer zeggen kon.
Ik vroeg hem niet: ‘Wat is uw naam?
Wie bent u, waar komt u vandaan?’
Maar iets in hem heeft mij geraakt
waardoor mijn liefde is ontwaakt.

2. Eens stond mijn schaarse maaltijd klaar,
hij kwam er stil en zwijgend bij.
Al viel de honger mij ook zwaar,
toch kreeg hij al het brood van mij.
Hij sprak de zegen en hij at,
van hem heb ik mijn deel gehad.
Met hemels brood werd ik gevoed,
het was als manna, vers en zoet!

3. Ik zag hem bij een rotsfontein,
hij had geen kracht, hij was zo moe.
Ik zag zijn dorst, het deed mij pijn,
dus haastte ik mij naar hem toe.
Hij dronk mijn kom wel drie keer leeg,
waarna ik zelf de kom weer kreeg.
Vers, levend water gaf hij mij.
Voorgoed is nu mijn dorst voorbij!

4. Die nacht ontstond er een orkaan
en buiten klonk zijn bange stem.
Snel ben ik naar de deur gegaan,
ik warmde, kleedde, voedde hem.
Ik heb hem naar mijn bed gebracht,
zelf sliep ik op de grond die nacht.
Ik droomde heerlijk toen ik sliep,
het was of ik in Eden liep!

5. Ik vond hem halfdood langs het pad,
en blies mijn adem in zijn mond.
Ik heb zijn hart op gang gebracht,
goot wijn en olie in zijn wond.
Zijn geest werd levend, hij genas.
Hij zag de wond die in mij was,
meteen vergat ik al mijn smart,
met vrede heelde hij mijn hart!

6. Ik vond hem in de dodencel,
omringd door schande, spot en smaad.
Hij had geen schuld, dat wist ik wel,
ik eerde hem in al dit kwaad.
Mijn vriendschap testend polste hij:
‘Wil jij de dood straks in voor mij?’
Het vlees was zwak, mijn hart viel stil,
toch riep mijn vrije geest: ‘Ik wil!’

7. Toen, in een enkel ogenblik,
heeft hij zijn masker afgedaan.
Zijn hand – doorboord – herkende ik,
ik zag de Heiland voor me staan!
Hij riep mij bij mijn naam en zei:
‘Je hebt je niet geschaamd voor mij.
Al deze daden zie Ik aan.
Vrees niet! Je hebt ze Mij gedaan.’

Hymne
Dit gedicht is een vertaling van een hymne die bekendstaat onder de titel A poor wayfaring Man of grief. Het is te zingen op diezelfde wijs. Oorspronkelijk was het niet bedoeld als lied, maar als Kerstgedicht. Het werd in 1826 geschreven door James Montgomery, die dit gedicht baseerde op Mattheüs 25:34-40. ‘Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan’. Hij gaf het de titel: The Stranger and His Friend. Pas zo’n tien jaar later, in 1835, werd het op muziek gezet door dominee George Coles.

Schrijver
James Montgomery was geboren in Schotland, maar verhuisde als kind met zijn ouders naar Engeland. Op jonge leeftijd reisde hij naar Londen, in de hoop een uitgever te vinden voor zijn gedichten. Dit eindigde in een mislukking. Later kwam hij in Sheffield terecht. Hier is hij zelfs twee keer gevangengezet. De eerste keer omdat hij een lied herdrukt had ter herdenking van de val van de Bastille, daarna nog een keer omdat hij verslag had gedaan van een rel in Sheffield. Naast zijn schrijfwerk was hij ook actief voor de British Bible Society. Hij was verbonden met christenen van verschillende overtuigingen. Daarnaast protesteerde hij tegen diverse misstanden in de maatschappij, zoals de slavernij, het lot van jongensschoorsteenvegers en loterijen.
Hij publiceerde elf gedichtenbundels en schreef in totaal zo’n 400 hymnes.

Verschillende mensen stellen dat de kwaliteit van zijn dichtwerk overeenkomt met het werk van Isaac Watts, Charles Wesley, John Newton, William Cowper en Philip Doddridge. Ik las ergens dat hij zijn beste hymnen schreef in zijn jonge jaren en dat hij op latere leeftijd veel schreef wat zijn reputatie onwaardig was… Gezien de Bijbelse inhoud van dit lied, zal deze opmerking in ieder geval niet op The Stranger and His Friend geslagen hebben.

In een krantenartikel uit 1843 kwam ik tegen dat James Montgomery alleen de eerste vijf coupletten schreef. De laatste twee strofes zijn later toegevoegd door dominee Charles W. Denison.

Melodie
Zoals hierboven al vermeld, componeerde George Coles in 1835 voor het eerst een melodie voor dit gedicht. Hij gaf deze wijs de naam Duane Street, genoemd naar een straat in New York City waar een kerk stond waar hij weleens preekte. Het gedicht groeide uit tot een lied dat vooral mondeling circuleerde.

Wie zoekt op de hymne A poor wayfaring Man of grief heeft grote kans om op de website van de Mormoonse Kerk te belanden. Dit komt doordat dit lied het lievelingsgezang was van Joseph Smith, grondlegger van de Mormoonse Kerk. In 1844 belandde Joseph Smith vanwege zijn godsdienstige opvattingen in de gevangenis, samen zijn broer en een paar volgelingen. Eén van hen was John Taylor. In de cel zong John Taylor – speciaal voor Joseph Smith – A poor wayfaring Man of grief. Hij gebruikte daarbij de wijs van Duane Street, maar gaf er zijn eigen draai aan. Nog diezelfde dag werd de gevangenis bestormd door een groep tegenstanders van de Mormoonse Kerk. Joseph Smith werd gedood. Taylor werd ook geraakt, maar overleefde het. De melodie die John Taylor in de gevangenis zong, staat tegenwoordig bekend als de John Taylor-versie. Deze versie lijkt dus veel op Duane Street, maar is toch net weer een beetje anders.

Tot slot is er de Beesley-versie. Deze versie is de formele uitwerking van wat Taylor in de gevangenis zong. Dit is ook de melodie die voor het eerst op papier verscheen. Dit gebeurde in 1844.

In totaal zijn er dus drie muzikale zettingen voor het lied, allemaal verwant, maar toch ook verschillend.

Mormoonse Kerk
Dat dit lied een bijzondere plaats inneemt in de Mormoonse Kerk, is geen reden om het aan de kant te schuiven. James Montgomery zelf was niet verbonden met de Mormoonse Kerk en schreef het lied zelfs voordat de Mormoonse Kerk bestond. Zelf kwam ik deze hymne tegen in een boek van Octavius Winslow. Maar het belangrijkste: James Montgomery heeft dit lied gebaseerd op het onfeilbare Woord van God. Dat Woord is tegelijkertijd ook het fundament van deze vertaling.

Laten wij hier op aarde een vriend zijn voor de vreemdeling, opdat het ook voor ons mag gelden: ‘Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan’. 

Een reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

drie × 4 =