- Red mij van alle kwade mensen,
zie, HEERE, hoe ik word gekweld,
behoed mij voor hun boze wensen
en voor de mannen van geweld.
- Zij denken in hun hart het kwade
en komen dagelijks bijeen
om mij met hun geweld te schaden,
zij brengen oorlog om mij heen.
- Zij scherpen als een slang hun tongen,
hun mond is vol met heet venijn,
zij zijn met listigheid doordrongen,
omdat zij als de adders zijn.
- Bewaar mij, HEERE, voor de bozen
en voor de mannen van geweld,
behoed mij voor de goddelozen
die wachten tot ik word geveld.
- Door trotsen is een strik verborgen,
zij spanden koorden en een net,
mijn weg omringen zij met zorgen,
zij hebben strikken neergezet.
- Maar ik bleef tot de HEERE spreken:
U bent mijn God; o HEERE hoor!
Verneem mijn stem als ik zal smeken
en open voor mijn roep Uw oor.
- U, HEERE Heere kunt bevrijden,
Uw sterkte heeft mij heil verstrekt,
U hebt in dagen vol van strijden
mijn hoofd als met een schild bedekt.
- Geef, HEERE, niet wat zij begeren,
bevorder niet hun kwade raad,
zij zouden trots zichzelf vereren
en zich verheffen om hun daad.
- Het hoofd van hen die mij omsluiten
zij door hun overlast geschaad,
de hinder die hun lippen uiten
bedekke hen tot eigen smaad.
- Schud kolen op hun hoofd die branden
en laat hen vallen in de vlam,
om in een diepe kuil te landen
waar niemand uit verrijzen kan.
- Geen spotter zal op aarde blijven;
een boze man van veel geweld,
die zal men jagen en verdrijven
tot hij volledig is geveld.
- Ik weet: de HEERE zal verrichten
de zaak van wie ellendig zijn.
Hij zal behoeftigen verlichten,
bepleit hun recht, herstelt hun pijn.
- Gewis, dan loven U de vromen,
met vreugde prijzen zij Uw Naam;
oprechten zullen bij U wonen
en voor Uw aangezicht bestaan.