Tel de sterren

‘Ga, tel de sterren in de nacht!’
Zo klinkt de opdracht in mijn hart.
De nacht is donker, bijna zwart.
Maar ’t nacht’lijk duister krijgt een eind,
als ster, na ster, na ster verschijnt.
Want eindeloos kijk ik omhoog
en zie Gods trouwe hemelboog,
waar steeds een nieuwe ster verrijst
en God Zijn goedheid mij bewijst.

‘Ga, tel de sterren in de nacht!’
Ik wijd mij trouw aan deze plicht
en concentreer mij op het licht.
Maar aan het tellen komt geen eind,
want ster, na ster, na ster verschijnt.
Het tellen is voor mij te zwaar:
ik krijg de taak niet voor elkaar!
Het zijn er zo oneindig veel!
En ik aanschouw nog maar een deel!

‘Ga, tel de sterren in de nacht!’
Zoals er ster na ster ontspruit,
stort God Zijn zegeningen uit.
Want meer en groter in getal
dan de sterren in ’t heelal,
ja, klaarder dan de sterrenpracht,
zijn zegeningen in de nacht!
De Heere helpt in tegenspoed
en zegent ons, met overvloed!

‘Ga, tel de sterren in de nacht!’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

vijftien + 2 =